Lichtsporen Fotograferen Mark Rademaker Fotografie Fotograaf Assen
Facebook   LinkedIn   Twitter   Pinterest   Tumblr
Home
◀ Vorige
Index
Volgende ▶

Lichtsporen, het bestaat uit sporen van licht in een afbeelding. Nu de avonden langer worden en het al snel donker wordt, biedt deze vorm van fotografie zeker veel mogelijkheden. licht is de beste vriend van de fotograaf, in de nacht kan je ook erg mooie en creatieve foto's maken! Noodzaak van een statief Het statief is erg belangrijk om onscherpte door beweging van de camera te voorkomen. Ook zullen we gebouwen en andere onderwerpen dat in de nabijheid van het licht in beeld willen brengen. We willen niet dat een deel van het beeld wazig is. Als je IS of VR-lenzen (beeldstabilisatie) gebruikt, de beeldstabilisatie veroorzaakt namelijk ongewenste trillingen, zonder beeldstabilisatie zijn de foto's dus scherper. Handmatig scherpstellen Bij avondfotografie is het aan te raden om ook de sluitertijd handmatig in te stellen, M-stand (manueel/handmatig). De automatische lichtmeting van de camera kunnen moeite hebben om zich scherp te stellen. Lichtsporen bestaat namelijk uit extreem lichte- & extreem donkere delen. Sluitertijd Zet je camera op bulb en houd je de ontspanknop net zo lang ingedrukt als dat nodig is, liefst met een draadontspanner of afstandsbediening. Vanwege de lange sluitertijden zal de batterij van de camera snel leeg zijn. Zorg ervoor dat hij helemaal opgeladen is en neem een reserve mee. ISO waarden, sluitertijd en diafragma Door de lichtgevoeligheid te veranderen kun je invloed uitoefenen op het diafragma, het is aan te raden om het diafragma tussen f/8 en f/11 in te stellen en probeer de ISO waarden van de camera zo laag mogelijk te houden om ruis in je foto's te voorkomen. Bij een groot diafragma waarde kan het goed samen gaan met een korte sluitertijd en een lage ISO waarde. Wil je een korte sluitertijd bij een kleiner diafragma dan heb je een hogere ISO waarde nodig. Flitser Kies je voor 'flash-rear'-optie (of rear curtain flash). Hiermee flits je aan het einde van je sluitertijd i.p.v. aan het begin. Hiermee krijg je een scherp onderwerp met daar overheen bewegingsonscherpte (lichtsporen).

Lichtsporen fotograferen.