Het diafragma is één van de drie belangrijkste onderdelen van je camera waarmee je het beeld kan beïnvloeden. Voor je ogen is er altijd dezelfde hoeveelheid licht, tenzij het schemerig of donker is. De iris van je oog zorgt er voor dat er in elke situatie een gelijke hoeveelheid licht op je netvlies valt. De iris opent zich meer of minder, op deze manier regelt je oog de hoeveelheid licht. De iris kun je vergelijken met het diafragma in de lens, het diafragma zit niet in de body van je camera, maar in het objectief dat je erop zet. Het diafragma zelf bestaat uit een aantal metalen plaatjes (lamellen genoemd) die samen een cirkelvormige opening vormen, de diafragma bepaalt hoeveel licht er op de sensor van de camera valt. De diafragma is niets meer of minder dan een gaatje dat kleiner of groter gemaakt kan worden, met het diafragma kun je er dus voor zorgen dat je meer of minder licht doorlaat. Met het diafragma controleer je niet alleen de hoeveelheid licht die op je sensor valt, je controleert er ook de scherptediepte in je foto. Een diafragma-reeks ziet er als volgt uit: 1.4 - 2.0 - 2.8 - 4 - 5.6 - 8 - 11 - 16 - 22 - 32. Als je deze reeks aanhoudt, dan zal de hoeveelheid licht bij iedere stap halveren of verdubbelen. Bij een diafragma van 2.8 is de hoeveelheid licht tweemaal zo groot als bij een diafragma van 4. Klein getal = groot diafragma = weinig scherptediepte Hoog getal = klein diafragma = veel scherptediepte